Skip to main content

We're fighting for the future of our library in court. Show your support now!

Full text of "10.12AB99.038 Landsbesluit in- en uitvoer precursoren en essentiele chemicalien"

See other formats


XA AH A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 


AB 1999 no. 38 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 03 december 2013 


Kk AAA AAA AAA AAA AAA AAA AAA AHA 














Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoe- 
ring van artikel 4 van de Landsverordening in- en uit- 
voer (AB 1989 no. GT 102) 


Citeertitel: Landsbesluit in- en uitvoer precursoren en essentiël 
chemicaliën) 








Vindplaats : AB 1999 no. 38 


Wijzigingen: Geen 








Artikel 1 


In dit landsbesluit wordt verstaan onder: 

















invoer : het lossen binnen de landsgrenzen; 

uitvoer : het brengen buiten de landsgrenzen; 

stof : een chemische substantie, opgenomen in bijlage 1 of II bij 
dit landsbesluit; 

mengsel n chemische samenstelling die voor meer dan 20% bestaat 
uit een of meer stoffen; 

Verdrag : het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in 








verdovende middelen en psychotrope stoffen (Trb. 1990, no. 
94); 

Inspec- : de Inspecteur voor geneesmiddelen. 

teur 


Artikel 2 


1. Voor de in- en uitvoer van een stof of van een mengsel is een 
vergunning van de Inspecteur vereist; de vergunning bestaat uit een op 
de aangifte ter in- of uitvoer te plaatsen stempelafdruk van de In- 
spectie voor geneesmiddelen en paraaf. Het verzoek om een vergunning 
wordt minimaal dertig dagen voor de beoogde datum van in- of uitvoer 
van de stof gedaan. 

2. Een vergunning, bedoeld in het eerste lid, is, gerekend vanaf 
de dag van afgifte, ten hoogste honderdtachtig dagen geldig in het ge- 
val van invoer en ten hoogste negentig dagen in het geval van uitvoer. 

3. Een vergunning voor in- of uitvoer van een of meer stoffen 
wordt door de Inspecteur slechts verleend op vertoon van door deze ge- 
wenste documenten, waaruit in ieder geval blijkt: 

a. welke stof in welke hoeveelheid wordt in- of uitgevoerd; 

b. het gewicht van de verzonden stoffen en het gewicht van de verpak- 
king van die stoffen; 

ec. de naam, het adres, de telefoon- en telefaxnummers van de expedi- 
teur, de producent waarvan een stof afkomstig is, de importeur en, 
in geval van uitvoer, de exporteur; 

d. de datum en plaats van verzending en van de feitelijke in- of uit- 
voer; 

e. de plaats van oorspronkelijke herkomst van de stoffen, alsmede de 
plaatsen van bevrachting en overslag; 

f. de identificatie van het transportmiddel; 

g. bij invoer, indien de importeur voor een derde importeert, de naam 
en het adres van die derde. 

4. De Inspecteur kan verlangen dat andere dan de in het derde lid 
genoemde gegevens, alsmede gegevens met betrekking tot de transacties 
naar aanleiding waarvan de in- of uitvoer van een stof plaatsvindt, 
worden verstrekt; hij kan tevens aanwijzingen geven met betrekking tot 
























































XA AH A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 


AB 1999 no. 38 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 03 december 2013 


Kk AAA AAA AAA AA AAA AA AAA AAA HA 











de wijze waarop de gegevens worden aangebracht. 

5. De Inspecteur kan gegevens verzamelen ter fine van verificatie 
van de op grond van het derd n vierde lid verschafte gegevens. 

6. De gegevens, bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid, wor- 
den door de Inspecteur minimaal twee jaar bewaard. 














Artikel 3 


1. Verpakkingen van zendingen voor de in- en uitvoer van een stof 
zijn van een etiket voorzien, waarop de gegevens, bedoeld in artikel 
2, derde lid, onderdelen a, b, d, f, alsmede de naam en het adres van 
de expediteur en importeur of exporteur zijn opgenomen, en vermeld 
staat of het ontbrandbare of ontplofbare stoffen betreft. 

2. Het etiket, bedoeld in het eerste lid, verwijst naar de bij de 
zending behorende documenten, bedoeld in artikel 2, derde lid. 

















Artikel 4 


Vervoer in Aruba van een stof, in geval van uitvoer, naar de 
plaats van overslag en het aanbieden daarvan voor overslag, dan wel, 
in geval van invoer, na overslag naar de plaats van bestemming vindt 
niet plaats, zonder dat de vervoerder in het bezit is van documenten 
of afschriften daarvan, waarop de gegevens zijn vermeld als bedoeld in 
artikel 2, derde lid. 














Artikel 5 





De vervoerder in Aruba, alsmede de importeur en exporteur melden 
aan de Inspecteur der invoerrechten en accijnzen onverwijld iedere om- 
standigheid die aanleiding geeft tot een redelijk vermoeden dat de ge- 
gevens op de documenten of afschriften daarvan, bedoeld in het eerste 
lid, niet overeenstemmen met de inhoud van de lading vervoerde of te 
vervoeren stoffen. 

















Artikel 6 





1. Onverminderd de taken die uit artikel 12, negende lid, van het 
Verdrag, dan wel uit de voldoening aan een verzoek van een belangheb- 
bende partij aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties voort- 
vloeien, draagt de Inspecteur er zorg voor dat, indien een stof zal 
worden uitgevoerd, voorafgaand aan deze uitvoer, de volgende gegevens 
worden verstrekt aan de bevoegde autoriteiten van de staat waar de 
stof zal worden ingevoerd: 

a. de naam en het adres van de expediteur, de exporteur, de importeur 
en, indien beschikbaar, de geadresseerde; 

















b. de naam van de stof; 

c. de hoeveelheid van de uit te voeren stof; 

d. de verwachte plaats van invoer en de verwachte datum van verzen- 
ding; 

e. alle andere inlichtingen waarom door de staat van invoer wordt ver- 





zocht, en die naar het oordeel van de Inspecteur kunnen worden ver- 
strekt. 

2. Als de Inspecteur in overeenstemming met het Verdrag aan een 
staat gegevens verstrekt, die handels-, bedrijfs- of beroepsgeheimen 
of fabrieks- of handelswerkwijzen betreffen, kan hij van die staat 
verlangen dat deze gegevens vertrouwelijk worden behandeld. 

















XA AH A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 


AB 1999 no. 38 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 03 december 2013 


Kk AAA AAA AAA AAA AAA AAA AAA AHA 











Artikel 7 


Indien door de Commissie, bedoeld in artikel 1, aanhef en onder- 
deel e, van het Verdrag, krachtens haar bevoegdheid, bedoeld in arti- 
kel 21, aanhef en onderdeel e, van het Verdrag, Tabel IT respectieve- 
lijk Tabel II bij het Verdrag worden gewijzigd, worden de bij dit 
landsbesluit gevoegde bijlagen IT respectievelijk II bij regeling van 
de minister van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Cultuur en Sport dien- 
overeenkomstig gewijzigd. 

















Artikel 8 





De ministeriële regeling van 12 april 1989 no. 1, krachtens arti- 
kel 3, eerste lid, onderdeel g, van de Landsverordening verdovende 
middelen, houdende aanwijzing van aceton (AB 1989 no. 19), wordt inge- 
trokken. 





Artikel 9 


1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na 
die van zijn plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba. 

2. Het kan worden aangehaald als Landsbesluit in- en uitvoer pre- 
cursoren en essentiële chemicaliën. 

















XA AH AA A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 


AB 1999 no. 38 “CENTRAAL WETTENREGISTER* 03 december 2013 





XA AA AA A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 











Wood SWN EO OOMEN 


N-Acetylantranilzuur; 
Antranilzuur; 
Benzaldehyde; 
Benzylcyanide; 
Diëthylamine; 
Efedrine; 
Ergometrine; 

Ergotamine; 

Ethylamine; 

N-Ethylefedrine; 

N-Ethylpseudo-efedrine; 

Waterstofjodide; 

Isosafrole; 

Lysergzuur; 

Methylamine; 

3,4-Methyleenedioxyfenyl-2-propanon; 
N-Methylefedrine; 

Nitro-ethaan; 

Norpseudo-efedrine; 

Fenylazijnzuur; 

Fenylpropanolamine; 

Fenyl-2-propanon; 

Piperonol; 

Propionzuuranhydride; 

Pseudo-efedrine; 

Safrol; 

De zouten van de bovengenoemde substanties, indien 
ten bestaan. 















































BIJLAGE 1 


zodanige zou- 


AB 1999 no. 38 


XA AH AA A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 


*CENTRAAL WETTENREGISTER®* 


XA AA AA A A A A A A A A A A A A A A A A A A A 





03 december 2013 








































































































1. Azijnzuur; 

2. Azijnzuuranhydride; 

3. Acetylchloride; 

4, Ammoniumformiaat; 

5. Ammoniumhydroxide; 

6. Benzeen; 

7. Benylehloride; 

8. N-Butylacetaat; 

9. _N-Butylalcohol; 
10. Sec-Butylalcohol; 
dl Calciumcarbonaat; 
12. Calciumhydroxide; 
13. Calciumoxide; 

14. Koolstofdisulfide; 

15. Chloroform; 

16. Cyelohexaan; 

17. Diacetonalcohol; 

18. Ethylacetaat; 

19. Ethylalcohol; 

20 Ethylether; 

21. Ethyleendiacetaat; 

22. Formamide; 

23. Mierenzuur; 

24. Hexaan; 

25. Zoutzuur; 

26 Waterstofperoxide; 

28 Jodium; 

29 Isobutylalcohol; 

30 Kerosine; 

31 Methylalcohol; 

32. Methyleenchloride; 

33. Methylethylketon; 

34. Methylisobutylalcohol; 

35. Petroleumether; 

36 Kaliumcarbonaat; 

37 Kal iumeyanide; 

38 Kaliumhydroxide; 

39. Kaliumpermanganaat; 

40. Rode fosfor; 

41. Natriumwaterstofcarbonaat; 

42. Natriumcarbonaat; 

43. Natriumcyanide; 

44, Natriumhydroxide; 

45. Natriumsulfaat; 

46. Zwavelzuur; 

41. Wijnsteenzuur; 

48. Tolueen; 

49, Trichloorethyleen; 

50 Ureum; 

ol Xyleen; 

52. Aceton; 

53. Piperidine; 

54 De zouten van de bovengenoemde 
ten bestaan. 





substanties, 


BIJLAGE II 


indien zodanige zou-